1.3 Assertief
Assertiviteit betekent dat je weet wat je wil, dat je weet wat je behoeften zijn en dat je dit ook duidelijk kan maken aan de ander. Hierbij heb je respect voor de wensen en behoeften van de ander. De assertieve persoon is eerlijk en direct. Hij laat zijn geluk niet afhangen van anderen, maar weet zelf goed wat er voor nodig is en kan hierbij ook actief reageren. Als de persoon hulp nodig heeft, durft hij er ook om te vragen. Conflicten worden niet vermeden maar uitgesproken. Dit gebeurt op zo’n manier dat beide partijen tevreden kunnen zijn. Anderen zullen positief reageren en de assertieve persoon voelt meer voldoening en heeft meer zelfvertrouwen.
Belangrijk is te weten dat assertief gedrag geen garantie biedt dat anderen ‘reageren zoals ik dat wil’, dat het geen middel is om anderen ‘te laten doen wat ik wil’. Je assertief gedragen betekent dat je op een rustige en duidelijke manier je eigen wensen en ideeën kan verwoorden. Je vergroot op die manier wèl de kans dat de ander op een voor jou wenselijke manier reageert.
Assertief zijn betekent ook dat je kan reageren op een manier die jijzelf wil en die manier is voor iedereen anders. Er is dus nooit slechts één manier om assertief te reageren. Dat is een grote misvatting.
Kijk maar eens naar het volgende voorbeeld:
Je hebt enkele vrienden uitgenodigd om bij je te logeren in het weekend. Je trekt veel met elkaar op en het wordt echt gezellig. Je hebt een tevreden gevoel, maar tegelijkertijd ben je blij dat het bezoek weer weggaat omdat je je er op verheugt wat tijd voor jezelf te hebben. Maandagmorgen aan het ontbijt zeggen je vrienden: “We hebben besloten nog een paar dagen te blijven. Het is ons zo goed bevallen en we kunnen toch nog een paar dagen extra, want voor ons is dit echt een vakantie…”.
Verschillende assertieve reacties zijn:
“Ik heb het weekend zelf ook erg gezellig gevonden, maar ik ben nu blij dat ik weer wat tijd voor mezelf kan hebben. Dat jullie nog langer blijven komt me slecht uit. Ik stel voor dat we een andere afspraak maken.”
“Ik vind het best als je nog een paar dagen wil blijven, maar ik kan erg weinig aandacht aan jullie besteden en als jullie geen bezwaar hebben om jezelf te vermaken, dan vind ik het uitstekend als jullie blijven.
“Ik was in eerste instantie beslist van plan om een paar dagen alleen door te brengen, maar nu ik erover nadenk, vind ik het zo leuk dat jullie nog een paar dagen blijven, dat ik mijn plannen ga omgooien.”
“Een paar dagen vind ik teveel, maar één extra dag wil ik wel vrij nemen… Wat vinden jullie van dat voorstel?”