fbpx

1.5 Oefeningen

  1. Maak voor jezelf een lijst van situaties die je doorgaans vermijdt.

  2. Probeer bij de onderstaande situaties aan te geven welke reacties jij assertief, sub-assertief of agressief vindt.

    • De gastvrouw wil je nog een keer opdienen, jij wil weigeren.

      • “Neen, als ik nog wat wil eten, schep ik zelf wel op. Jij vindt het zeker leuk als iemand zo rond als een ton wordt.”

      • “Nou ja, ach, als je erop staat. Het is ook zo lekker. Goed dan, ik neem nog wat.”

      • “Dank je, het was heerlijk, maar ik wil echt niet meer.”

    • Je wil schoenen kopen. De winkeljuffrouw heeft al een aantal dozen voor je uit het magazijn gehaald. Er zijn geen schoenen bij die je graag wil hebben.

      • “Ja, nou, ik weet het nog niet, ik wil er nog even over nadenken.”

      • “Dank u wel voor de hulp, er zijn geen schoenen bij die ik zoek. Ik ga nog even verder kijken.”

      • “Neen hoor, deze schoenen moet ik niet. U begrijpt niet wat ik zoek. Ik ga wel naar een andere winkel.”

  3. Beschrijf een situatie die je vaak tegenkomt. Op welke 3 manieren zou je kunnen reageren? (sub-assertief, assertief, agressief)

    Welke manier van reageren heeft je voorkeur? Hoe reageer je meestal?

 
 
 

Wil je graag de oplossingen? Vraag ze even, dan ontvang je ze per mail

×
×

Winkelwagen